Wat ziet mijn opa? Op bezoek bij expositie in Deventer

We liepen door het kletsnatte Deventer naar de haven en onze parapluutjes waren al geknakt. Heerlijk om dan het Kunstenlab te betreden. Lekker droog, en ook een thema dat mooi aansloot bij het beschermende gevoel, het gevoel dat je beschermd wordt tegen de elementen. Hoeders van het land heette de expositie, en het was al snel duidelijk dat de kunstenaars hadden nagedacht over de beeldentaal van de akkers. Curator Lieneke Hulshof:

'Tussen de weilanden van Oost-Nederland zijn nog altijd boerderijen te vinden met ingekerfde stiepeltekens en aan het dak hangende windveren. Van oudsher symbolen die het gebouw en zijn bewoners dienden te beschermen tegen het kwaad, tegen het weer dat zich op ieder moment tot vijand kon ontpoppen.' 

Nog even en ook de boeren, en nog verder, de kunstenaars, zie je als hoeders van het land. En ook deze beschermers kunnen zich ontpoppen tot vijanden. De boeren bezetten de snelwegen en stemmen voor opheffing van de kunstsubsidies, de kunstenaars zijn moeilijk nog als vijanden te zien, maar wie weet welke verrassingen ons nog te wachten staan, je zou het eigenlijk wel wensen.

Maar dan weer die roep die ik in deze blogs tot mezelf en jou richt, 'Speciaal voor mij', het sterke gevoel dat iets of iemand zich tot mij richt, op een nadrukkelijke manier. Mij overkwam dat bij de foto's van Jos de Putter in de tweede ruimte. Het waren foto's van oude boeren op hun land, die de bezoeker nadrukkelijk aanstaarden. Volgens de beschrijving waren het video's en inderdaad, als je zo ongeveer tegen de foto's aan ging hangen zag je een haartje van de boerin bewegen, een ooglid van de oude boer.

Ik zag de vader van mijn moeder weer voor me, die bijna nooit iets zei, en die we in mijn jeugd op Tweede Kerstdag in Gulpen bezochten. Opa en oma waren in een groot huis gaan wonen nadat de grote boerderij in Hoogcruts was overgenomen door twee zoons en hun overbuurjongen. Opa had net zo'n gegroefd gezicht als deze boeren op de foto's en bijna net zo zwijgzaam dus. Mijn vader (zijn schoonzoon dus) sprak hem aan over de kroeëte, hoe ze groeiden en of er nog een beetje prijs voor betaald werd. Ik had eigenlijk nooit het idee dat deze boer mij aankeek, hij had ook zoveel kleinkinderen, en wij wilden zo snel mogelijk naar buiten, de Gulperberg op rennen, en niet te lang blijven alsjeblieft.

Het leek dus of hier iets werd goedgemaakt, deze boeren keken me nadrukkelijk wel aan. In de moderne kunst zit je al gauw in de tegenstrijdigheid dat de beelden voor zichzelf moeten spreken, maar worden begeleid door titels en informatie in het boekje. Alleen al die titel, 'Landschappen' (2017), waardoor jou de keuze lijkt te worden voorgelegd om over de schouders van deze boeren te kijken naar hun land, of naar die gegroefde gezichten zelf die het grootste deel van de foto (video) in beslag namen, en dan met name die groeven in die gezichten. (Jos de Putter is overigens bekend van zijn documentaire Het is een schone dag geweest uit 1993.)

We konden ons niet echt vinden in de beschrijving waarin werd gerept van wederkerigheid: 'In een tentoonstellingsruimte is het altijd de bezoeker die kijkt, De Putter wil met dit werk die blik van de toeschouwer wederkerig maken.' Op ons hadden de video's eerder het effect dat je op zoek ging naar dat haartje en dat ooglid, naar het aller- allerlaatste restje beweging in deze versteende monumenten. Verdinglijking of erger nog, als je die andere keuze maakte en over hun schouders keek, een nieuwe inbezitneming van het land waarvoor deze hoeder zo nadrukkelijk stond om het zelfs met zijn versteende lichaam nog te beschermen.

'Speciaal voor mij' zou kunnen inhouden dat ik gewenst gedrag ga vertonen, hier in deze blog, bijvoorbeeld een bedankje. Dat moet dan wel adequaat zijn, en dat is nu precies even het probleem. Hoe kunnen we deze boeren adequaat bedanken? Ik herinner me weer mijn opa, toen hij overleden was, en mij gevraagd werd om bij zijn uitvaart een stukje orgel te spelen. Ik deed dat graag, daar niet van, maar had geen moment het idee dat opa me nog kon horen. Met de bedenking dat dat tijdens zijn leven ook al niet het geval leek, zijn wereld was de mijne niet, en van mijn moeder wist ik dat ze maar wat blij was dat ze door mijn vader werd meegenomen naar de stad, waar nog toekomst was. Ik ben een van de (vijf) belichamingen van haar toekomst. Dierenliefde, die boeren? Nee, vond mijn moeder al, die dieren werden in de boerderij mishandeld, stop daarmee!

Wat houdt het gebaar in van stadsmensen die hun blik richten op het platteland? Het is een heel oud gebaar, denk aan de Griekse en Latijnse idyllen van Theocritos en Vergilius, of aan de satires van Horatius. Het landschap zien we in feite als een tuin, een waar we kunnen bijkomen van de vermoeienissen van het stadsleven. Liever niet zien we het land als bedrijfsruimte. En zo heeft zich geleidelijk een omkering voltrokken. De tuinen leggen we nu bij voorkeur aan in de stad, en de hoeders van het land zijn de producenten en bezitters. Zelfs de vogels vliegen er weg, er valt niets meer te halen daar, en komen naar ons.

Misschien is er toch iets gaande van wederkerigheid. Die blik op die video's, die lijkt op ons gericht. Maar die boeren kijken naar een camera met een kunstenaar, die overigens zelf ook stamt uit een boerengezin. De boeren kijken via die camera naar het onbestemde, vanuit hun voorbije leven. Ze staan met hun rug naar hun land, daar valt steeds minder te halen. Het land is leeg, hun blik is leeg, het suggereert dat wij die leegte symboliseren. Het is de wederkerigheid van leegte versus leegte, met nog een heel klein beetje beweging.

We druipen weer af, naar de horeca aan de overkant. Daar wordt het kerstdiner bereid voor de andere gasten, wij weer naar buiten. Aan de overkant zijn beide horecagelegenheden gesloten, wij weer verder, door de storm richting centrum. Die regen is steeds minder een natuurverschijnsel, het is naar we mogen aannemen het gevolg van de bedrijfsvoering waarin de boeren slechts een schakel zijn.

Er was niets liever wat mijn opa na zijn pensioen deed dan met oma naar Frankrijk rijden en daar kijken naar die grote boerderijen. Hij was langzaam aan het veranderen, ja in wat? Niet in een stadsmens, maar in een bezichtiger van monumenten. Net als wij, op een manier die we nog niet helemaal begrijpen zetten we hun levens voort, dat verklaart wellicht die bijna versteende blik en de onbestemdheid van deze blog.

Landschappen — Zeeuws Museum NL


 

Klagen is aantrekkelijk - Opnieuw Harry Kuster over Alanus

Als mensen meer zorg voor taal hebben zullen ze elkaar beter begrijpen en verkleinen ze de kans op gewapende conflicten. Alleen al daarom wa...