Hé Els, zei ik tegen mijn collega Nederlands, die man daar, ken je die? Ik doelde op Ronald Giphart die ineens bij ons in de personeelskamer stond. Ja, dat is hem. Zeg Anton, is het raar als we hem vragen om met hem op de foto te gaan?
Mij moet je zoiets (niet) zeggen. Ik bedoel: uit mezelf zou ik zoiets nooit durven, maar met een zetje in de rug durf ik wel. Dus wij op hem af, en zo bestaan er twee foto's, een met Els en een met mij.
Het was toevallig de dag na het overlijden van Jeroen Brouwers. Nu ik toch naast Giphart stond durfde ik hem evengoed te vragen of hij wist over welke roman het ging die ik van Giphart had gelezen, lang geleden, dat hij Brouwers zo bewonderde enzo. 'Dat moet Giph zijn geweest', zei Giphart. Verder hadden we het kort over (geloof ik) dat hij het jammer vond dat hij geen gymnasium had gedaan, of maar een jaartje.
We zijn weer een jaartje of wat verder, en Giphart is opnieuw door mijn collega's geschiedenis betrokken bij een project met leerlingen over spreken met lokale Molukkers. Dat is op zich al leuk en leerzaam, dan zitten die lui ineens ook in je personeelskamer, en dan willen ze weten van welke partij Laurens is (D66) en ik (GroenLinks). Het zijn ook maar gewoon mensen wil ik maar zeggen, en nebenbei praat ik met collega's over de treinkapingen (twee Molukkers waren afkomstig uit Tiel) en over Molukkers die ik me herinner uit Heerlen vroeger.
Vandaag was hij er weer. Nu met een colbertje aan. Hij kwam net de personeelskamer binnen toen ik eruit wilde lopen, ik met mijn banaan. Ik stapte terug, hij stapte naar binnen. Hij groette me. Waarom ik dit zeg, is omdat bij onze vorige 'ontmoeting' ik degene was die hem groette. Nu nam hij het initiatief. Zou hij me herkend hebben? Of hij vond het gewoon grappig dat ik met die banaan achteruit stapte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten