De toverberg cadeau

Het werd weer tijd voor De toverberg. Theoloog Cor gaf me deze roman cadeau, nadat we hadden gepraat over de betekenis van filosofie. We liepen door een museumtuin met mensenbeelden, een arboretum, maar het bevond zich wel degelijk op een berg, hoe bescheiden ook (zie hier mijn blog daarover). Het leek dus iets speciaals, speciaal voor mij, dat dikke boek van Thomas Mann, niet alleen door zijn inhoud, maar ook door de context waarin ik het cadeau kreeg.

Ik kan aan De toverberg niet denken zonder meteen aan een andere vriend te denken, Martien (je weet wel, die vriend die steeds overvloedige complimenten uitdeelt onder mijn blogs). Hij is humanistisch filosoof en komt dus voor een groot deel overeen met een belangrijk personage in De toverberg, de geesteswetenschapper Settembrini, die hartstochtelijk gelooft in het leven van de geest en in de vooruitgang. Martien koppelt daaraan zijn geloof in de roman, en dan zit je met De toverberg natuurlijk wel goed. Het is toch een van dé romans aller tijden.

Ik heb De toverberg lang geleden gelezen, het moet vlak na mijn studententijd geweest zijn. Ik herinner me vaag een van mijn studievrienden, Han Vroom, theoloog, die een paar jaar na zijn studie aan kanker zou overlijden. Hij vertelde dat De toverberg hem was aangeraden door filosofe Ilse Bulhof, van wie we colleges filosofie hadden gehad, en bij wie ik als jonge onderzoeker kort daarna als collega in de vakgroep kwam te werken. Ilse zocht altijd de zachte, positieve kant van alles, maar ook wanneer dat niet zo voor de hand lag, met name bij haar grote held Nietzsche. Nu weet ik niet veel van Thomas Mann, maar wel dat hij bewonderaar van Nietzsche was. De Nietzsche iets minder van 'het grootste zwaargewicht', iets meer van de vrolijke wetenschap.

Tot zover de voorgeschiedenis van deze grootse gebeurtenis, daar op de Wageningse berg, waar sommige bomen al in bloei stonden, waar ik van Cor een nieuwe kans kreeg om me te verdiepen in mezelf als filosoof, als vriend van de filosofie, als vriend van mijn filosofische vrienden. Om nog even na te denken over wat ik kort daarvoor tegen Cor had gezegd, dat ik misschien maar eens moest stoppen met die hele filosofie, wat brengt ons die eigenlijk, alles welbeschouwd?

Mijn broer, een van mijn broers, had me te verstaan gegeven dat ik eerst moet peilen bij hem of het hem allemaal wel interesseert als ik over iets begin te vertellen. Het bleek in tweede instantie vooral over filosofie te gaan, dat kan al gauw gaan storen, en eenmaal in de roes is er geen houden aan. Dan kun je beter vantevoren even peilen of er wel interesse voor is, zodat je het gesprek licht kunt houden.

Thomas Mann verstaat de kunst om de filosofie zodanig te verwerken dat het licht blijft. De toverberg speelt zich af in een sanatorium in Davos, de personages zijn allemaal ziek, het draait er om ziekte. Maar die ziekte brengt ons zoveel, er zit zoveel leven in ziekte, al schrijvend en lezend kun je je laten inspireren door dat leven. Dat past zeker wel bij Nietzsche, die wel afgeeft op ziekte, maar zijn gezondheidsideaal zozeer doorspekt met ziekte dat je De toverberg zonder problemen als een nietzscheaans boek kunt lezen. Het gaat niet om de banale gezondheid, maar om de 'grote gezondheid', zou Nietzsche wellicht zeggen, de gezondheid die bevochten wordt.

Ik moet zeker ook aan filosoof Agamben denken, hoewel die bij mijn weten nooit over De toverberg heeft geschreven, maar die in de jaren zeventig schreef over de melancholie als een ziekte die zijn eigen tegenkrachten voortbrengt (zie deze blog). Je moet eigenlijk blij zijn als je ziek bent, dat is eigenlijk al een teken dat je aan het genezen bent. Je geest, ja, maar het lichaam is er wel degelijk ook bij betrokken.

Ik heb deze dikke roman van Mann nog lang niet uit, maar las een discussie tussen de jonge ingenieur Hans en humanist Settembrini. Als ik mensen spreek over De toverberg beginnen ze al gauw over Settembrini. Gisteren nog, ik vertelde aan mijn collega biologie dat ik De toverberg aan het lezen was. Ja, zei hij, de meest aansprekende figuur is toch die ene met die Italiaanse naam! Ja, dan gaat het over het humanisme, het leven van de geest, de vooruitgang. Voorwaar geen onbelangrijke zaak in de wereld van vandaag, waar Europa zich opnieuw moet positioneren in onze cynische wereld, en op een of andere manier altijd blijft hechten aan zijn geestelijke waarden. In deze Settembrini lijken de geestelijke idealen van de literatuur en de filosofie zich samen te ballen.

Een paar bladzijden verder lees ik dan weer hoe onze Hans in gesprek is met de schilder die mevrouw Chauchat heeft geschilderd, op wie Hans wel verliefd is geworden. Het is een scène die sterk herinnert aan het verhaal van Ovidius over Pygmalion, de kunstenaar die zijn model zo realistisch en levendig afbeeldt dat hij er verliefd op wordt. Werd het lichaam door Settembrini nog als de grote tegenspeler van de geest afgeschilderd, hier krijgen we een veel positiever beeld van het lichaam voorgeschoteld. Wellicht moeten we nu terugdenken aan Tod in Venedig, waar de ideale liefde toch ook verloopt via het kijken naar het lichaam.

We worden teruggeslingerd van Nietzsche naar Plato. Het lichaam niet als de arena waar de geest steeds wordt aangewakkerd tot een gevecht, maar als het startpunt van een opgaande beweging. Ik bedoel dus niet de Plato die het lichaam als 'kerker van de geest' zag maar de Plato die de liefde voor het mooie lichaam ziet als model voor de bloei van de geest.

Ik zag een beetje op tegen De toverberg, ik zag er als een berg tegenop. Toen las ik ergens dat Mann dit boek aanvankelijk had bedoeld als een kleine toegift bij Tod in Venedig. Daar wordt een grote schrijver verliefd op een jongeman, en gaat er op een tragische manier aan te gronde. Hier in De toverberg betreedt een praktische jongeman een wereld van ziekte en verderf, die veel komische details en veel leven blijkt te bevatten. Zoveel leven dat het kleine naschrift uit de klauwen is gelopen, het is de bekende dikke roman geworden. Het is het satyrspel, wordt gezegd, dat bij de Grieken na drie tragedies werd gespeeld, waarbij hier de proporties omgekeerd uitpakken, de novelle wordt gevolgd door de dikke roman.

Het moet allemaal wel betekenis hebben, dat ik deze roman juist van Cor kreeg, juist bij dat Wageningse museum waar lichamen geïdealiseerd worden uitgebeeld. De oudere man, ooit mijn stagebegeleider bij de vredesbeweging in de jaren tachtig, in zekere zin mijn Settembrini.

De toverberg is een gesloten wereld, je wil er op den duur niet meer weg. Hans komt er voor drie weken, en het worden uiteindelijk vele jaren. Het is een purgatorium, een danteske wereld. Vorig jaar deze tijd verdiepte ik me in Beckett en Joyce, die veel tijd staken in de studie van Dantes wereld. Beckett was gefascineerd door de figuur Belacqua, die vlak voor het vagevuur in een zittende houding wordt aangetroffen door Dante en zijn gids Vergilius. Het is zijn luiheid die Beckett aantrekt (zie deze blog).

Ik zie hier bij Hans Castorp een vergelijkbare beweging. Hij is ingenieur in Hamburg, en nu wordt hij patiënt in het sanatorium. De ware held van deze roman is de tijd. De tijd verandert, vertraagt, en brengt zijn personages ook tot vertraging. Alle dagen zijn hetzelfde, alle dagen zijn als één dag. Carpe diem heeft hier geen zin, morgen is er evengoed een dag. Lezend in deze dikke roman onderga je zelf ook die transformatie.

Zo lees ik af en toe een paar bladzijden. Dan ben ik moe, morgen weer verder. Ik heb me al een dag ziekgemeld van school. En het lijkt of iedereen om me heen ziek wordt. Ik zou gaan wandelen met mijn neef, maar die heeft de griep. Geen probleem, kan altijd nog. Het is niet dat we niet naar het vagevuur willen, of naar de hemel. Maar voorlopig zitten we hier ook wel lekker.

Ik lees in De toverberg dat haasten ertoe leidt dat je de tijd en het heden niet meer als geschenk kunt ervaren. Het wordt een hindernis. Dit is een echt Nietzscheaans thema, van de vertering, waarvoor je de tijd moet nemen. Hans komt er ook achter: 'wie unverdaute Speise ihren Mann nicht stärker mache, so mache verwartete Zeit nicht älter. Freilich kommt reines und unvermischtes Warten praktisch nicht vor.' (p.337)

Wachten heeft iets onechts, iets voorlopigs. Je wacht nooit echt. Daarom word je op den duur wel ouder. Er gebeurt altijd wel wat terwijl je wacht, en je weet pas waarop je zat te wachten als datgene ook gebeurt. Misschien kun je zo iets ervaren dat er speciaal voor jou is, ik hoop het maar.

Gertjan Evenhuis, Caput, in de beeldentuin van Het Depot, Wageningen

 

4 opmerkingen:

  1. Zonder filosofie kan een gesprek ook zwaarte hebben, immers gesprekken gaan gepaard met bespiegelingen, zielzoekerij, vraag, twijfel, wiebelige lichaamstaal, vragende ogen en handen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooi Anton, De toverberg! Het is een van mijn favoriete romans. Ik wist niet dat Han het ook gelezen heeft. Ik heb er uitvoerig over gecorrespondeerd met Heinrich, een Duitse student in de germanistiek. Hij was ook erg enthousiast over het boek, maar diep ontgoocheld over het einde, wanneer Hans Castorp, na zeven jaar sanatorium eindelijk genezen, vrijwillig dienst neemt in het leger en in de loopgraven van West-Frankrijk belandt. Wat een verspilling van een zo mooi gerijpte ziel! Mij sprak het einde juist erg aan. Die zeven jaren waren de moeite waard en blijven dat, ook als er - op zichzelf schokkend - niets meer aan toegevoegd wordt.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. mij te vergelijken met Settembrini is of te veel eer of iets wat ik niet ben, hoewel ik wel de fascinatie deel voor het Duitse idealisme. Mann maakt de balans op van zijn zoektocht, en ziet zijn wereld ten onder gaan. Naphta , fanaat, de katholieke onheilsprofeet is zijn tegenhanger. en die arme Castorp gaat naïef op alles in en verdwijnt in de oorlog. het Duitse volk ontwaakte pas twee wereldoorlogen later.
    Cor

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Heerlijk leesvoer heb je ons weer voorgeschoteld, Anton! Ik kan het laten om je weer een compliment te geven. Ik was toevallig in deze vroege ochtend jouw artikel over Broch, Vergilius en Joyce aan het herlezen en nu zie ik dus jouw korte essay over de Toverberg die je op de Wageningse Berg cadeau kreeg van jouw oude reisgezel Cor. Overigens ben ik het niet met jou eens als je zegt dat Settembrini het lichaam als tegenpool van de geest opvoert. Integendeel, zou ik wil zeggen. Al in zijn eerste hartstochtelijke toespraak claimt de zieke Settembrini dat ziekte en dood niets verhevens hebben. Hij volgt hierin Nietzsche en hij zet zich -zonder dat hij dit zegt- af tegen Schopenhauer en de vroege Thomas Mann die inderdaad dachten over het lichaam als tegenpoop van de geest en die verlossing uit het lijden nastreefden. Settembrini is door en door immanent in zijn denken, een echte seculiere humanist. Een vriendin van mij heeft ruim 20 jaar geleden een leesgroep opgericht die de naam "Settembrini' draagt. De leesgroep bestaat nog steeds! Een prachtige figuur, maar ook hij krijgt pas echt diepgang als je hem afzet tegen Peperhorn, Naphta, Behrens, die psychoanalyticus (krokowski?) die allemaal representanten zijn van geestelijke stromingen in Europa. Door een door dialogisch is deze roman. Helemaal in lijn met onze held Bakthin. Anton, jij refereert aan die extreem realistische, amateuristische portrettekkenaar Behrens die arts is en als geen ander de huid kan natekenen. En wat die huid dan weer betekent in een discussie over vorm en materie. Ik snap heel goed waarom jij je ziekmeldt wanneer je zoiets leest, Anton. Dat deed ik ook toen ik in de vijfde klas van het VWO op onze middelbare school in Mijdrecht helemaal opging in de roman Doctor Faustus. Als je eenmaal gegrepen wordt door de magische vertelkunst van Mann, dan kun je daar onmogelijk uit loskomen. Ik zie dat dit bij jou gebeurt. Dit wordt een onvergetelijke ervaring, Anton. En daarna moet jij als theoloog Joseph und seine Bruder lezen. En als muziekliefhebber moet je de roman Doctor Faustus herlezen! Je moet nog heel veel leeswerk verrichten, Anton! Geniet ervan en meld je zo lang mogelijk ziek. Amicale groet van Martien.

    BeantwoordenVerwijderen

De toverberg cadeau

Het werd weer tijd voor De toverberg . Theoloog Cor gaf me deze roman cadeau, nadat we hadden gepraat over de betekenis van filosofie. We li...