Ontsnappen uit De toverberg is moeilijk, zo niet onmogelijk. Hans Castorp bezoekt er zijn neef en wil drie weken blijven, maar wordt in het sanatorium binnengezogen. Als de arts hem genezen verklaart, neemt Hans hem niet serieus, hij ziet nog steeds 37,8 op zijn koortsthermometer staan. Misschien ook daarom schrijf ik mijn blogs over deze roman terwijl ik hem nog lang niet uit heb. Zo kan ik wat tegengif ontwikkelen, mijn lessen leren van het fatum van Hans Castorp, die eindigt in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog.
Een belangrijke bron om overzicht te houden is de Duitse Wikipedia. Daar staat de roman samengevat, maar er staan ook een paar interessante weetjes die me aan het denken zetten. Het eerste had ik al gemeld in mijn vorige blog (zie deze link), de oorspronkelijke opzet van Thomas Mann om De toverberg te schrijven als satyrspel bij Tod in Venedig. Ik had een beetje vluchtig heen gelezen over dat 'oorspronkelijke'. Niet dat Mann zijn opzet veranderde, maar vooral de vrolijke ironie krijgt een andere toon wanneer het korte naspel uit de hand loopt (wat op zich juist past bij het satyrspel) en onze grote humanist Settembrini flinke kritiek uit op de ironie. Er hangt een enorm gewicht aan deze roman, hij zuigt je naar binnen en maakt je zodoende rijp voor de volgende oorlog.
Een tweede interessant motief van de Wikipediapagina hangt ook weer samen met die Settembrini. Hij levert bijdragen aan een internationale encyclopedie. De wikipedia-auteur voegt er quasi-ironisch aan toe dat hij dit doet 'quasi als Frühform eines Wikipedia-Autors'. Het wordt nu misschien tijd om te zien wie de auteur is van deze wikipediapagina, maar dat kan ik in de gauwigheid niet ontdekken. Je zou je ook kunnen afvragen of deze wens wel passend is, Wikipedia neemt als collectief verantwoordelijkheid voor de pagina's, en in feite zijn we dat allemaal. Nu zijn we heel dicht, als we deze gedachte terugplooien naar De toverberg, nu zijn we op de drempel van de gedachte dat we allemaal Settembrini zijn. We lezen Wikipedia, we kunnen er in principe allemaal bijdragen aan leveren. En met mijn blogs volg ik tot op zekere hoogte het model van een encyclopedie, niet alleen door ze te publiceren op Google blogspot, maar ook door met mijn linkjes een beeld te creëren van interne coherentie die in zekere zin mijn wereld is, mijn leven.
Aan de andere kant begrijp ik ook wel weer dat mijn vrienden me bezweren dat ze niet Settembrini zijn. Ik lees hun reacties op mijn vorige blog nog eens door, in de hoop dat ik in hun reacties iets over het hoofd heb gezien waarvan ik iets kan leren (ik word door mijn vrienden altijd beloond, mijn hoop is dus gebaseerd op een geschiedenis van vele jaren). Je zou kunnen zeggen dat mijn vrienden mijn mentor zijn, en dat erken ik volledig. Het geldt voor alle vier vrienden die reageerden op mijn blog. Ze kunnen natuurlijk zeggen (zoals Cor) dat ze niet Settembrini zijn, of spreken uit naam van Settembrini dat ik hem niet goed heb begrepen, maar de Wikipagina zegt dat Settembrini niet de enige mentor is, daarnaast is er ook nog Naphta, de joods opgevoede intellectueel die stuitte op een jezuïtische mentor en zich het conservatief-katholieke gedachtegoed eigen maakte. Twee mentoren dus, en je zou kunnen zeggen dat we niet alleen Settembrini zijn, ook altijd een beetje Naphta.
Ter illustratie wijs ik op een artikel in De Groene van Hans Janssens, 'Wat Johan Huizinga en - vooral - Carl Schmitt ons leren over de opmars van het autoritair populisme' (zie deze link). Huizinga zag het fascisme als een beweging van uit de hand gelopen mannelijke pubers. Om de echte zwaarte van het fascisme te begrijpen moeten we meer van binnenuit kijken, met de ogen van de katholieke jurist, de kroonjurist van het Derde Rijk, Carl Schmitt. In het artikel gaat het niet expliciet over onze kwestie, de lichte toon versus de zware toon, maar ik denk deze erbij, wat niet moeilijk is met Huizinga's Homo ludens in je achterhoofd en de kritiek van Schmitt op ironie en lichtzinnigheid als het over politiek gaat. We moeten dus - zeker met de zwaar klinkende waarschuwing van mentor Cor in ons achterhoofd - oppassen als we de lotgevallen van Hans Castorp alleen lezen als vrolijke klucht, en het sanatorium als een raar zootje ongeregeld. Het lijkt eerder een omgekeerd purgatorium, waar je ongemerkt omlaag wordt gezogen, naar de hel. Met enig voorbehoud, want als ik de les van Cor goed beluister, heeft Duitsland die hel misschien nodig gehad om te kunnen ontwaken.
Getuige van de magische kracht van De toverberg is Martien, die deze in jubelende toon benoemt: 'Als je eenmaal gegrepen wordt door de magische vertelkunst van Mann, dan kun je daar onmogelijk uit loskomen.' Het unheimische van Martien is dat hij me steeds herinnert aan mijn eigen enthousiasme voor thema's die ik met hem deel. Zo schreef ik ooit (net als Martien zelf) een boek over het dialogisme van Bachtin, waarna ik me bewust werd van de akelige politieke implicaties van zijn visie in de context van de stalinistische terreur. Als wij daar vrolijk en jubelend over kunnen doen, heeft dat vast ook te maken met onze afstand tot Moskou, het wordt ons hier (voorlopig) wel makkelijk gemaakt om die afstand te bewaren.
Het is sowieso altijd van belang om goed te luisteren naar de lessen van je mentoren. Maar er komt hier iets bij. Wat als een mentor je adviseert om De toverberg te verlaten? Wat als hij je waarschuwt voor naïviteit, dat je je in slaap laat sukkelen door de dialoog? Ik lees opnieuw de wikipagina, en zie dat dit bij uitstek een motief is van Settembrini. Hij wantrouwt het gevoel, de romantiek en in het verlengde daarvan ook de muziek. Die ontvlamt niet het verstand, maar wiegt ons in slaap. De betovering van De toverberg, van het sanatorium maar dus misschien ook de roman, doet ons misschien geen goed. Of het moest zijn dat de roman niet kritisch bedoeld is, maar constaterend. Zo gaan de dingen, en zelfs ons kritische verstand kan ons niet redden, omdat we ons door te luisteren uitleveren aan taal, mooie argumenten, en daarmee ook aan muziek, slaap, en onze alertheid verliezen.
Zo springt weer een andere formulering van Martien in het oog, 'door en door immanent': 'Settembrini is door en door immanent in zijn denken, een echte seculiere humanist'. Ik stel me de denkbeeldige situatie voor dat Settembrini De toverberg las. Wat zou hij ervan denken dat hij opgenomen werd in een ideeënroman, waar hij keer op keer zijn immanentisme moet inleveren? Ik heb net een passage gelezen waarin Settembrini verhuisd is naar het dorp bij het sanatorium, en in huis woont bij Naphta. Het lijkt heel vervelend voor een seculier humanist om bij een jezuïet in huis te wonen. Maar Settembrini heeft hem nodig, legt hij uit aan Hans, hij wil graag steeds die ideeënstrijd aangaan, en daarvoor is die Naptha ideaal. Maar daarmee, legt de wikipedia-auteur uit, levert Settembrini zich ook weer uit aan de analyse, en die doet weer afbreuk aan zijn daadkracht. Daarom ook adviseert hij Hans om te vertrekken uit de Toverberg.
Misschien komen we hier - voorlopig - uit bij de noodzaak van de twijfel. Het is mooi als je immanentist bent, maar dat brengt je via de kritiek bij de zelfkritiek, het is uiteindelijk het zelf dat zich keert tegen het zelf, ook in dat immanentisme. Je kunt hier de uitweg van Nietzsche kiezen, die eveneens waarschuwt voor de verzwakkende gevolgen van zelfkritiek. Maar het is Nietzsche niet gelukt om zijn vrolijkheid hiermee te behouden, hij zocht 'het grootste zwaargewicht' op. Steeds blijft van belang - van het grootste belang - hoe we bij al die zwaarte het leven kunnen bevestigen. Daarvoor hebben we die vrolijke toon hard nodig.
Misschien is die Wikipedia daarom zo gek nog niet. Je leest er alles bij stukjes en beetjes, of meestal maar één lemma tegelijk. Je pakt er een lesje uit op, vergeet het weer, en gaat vrolijk terug naar de roman, of je laat je doorverwijzen naar een ander item.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten