De jaren van Ernaux eindelijk gelezen

Zo kun je je cadeautje doorgeven. Het was aan jou gegeven, en dan mag je dat eigenlijk niet. Je doet geen recht aan de gever. Het was speciaal voor jou. En zo zitten we dan tussen de dozen, we vinden spullen, erg veel spullen. Je zou wat willen weggeven. Maar wie zit er te wachten op boeken van Derrida, niet zijn bekendste, en in het Frans?

Ook Annie Ernaux niet, want tussen alle grote namen die overleden kom ik de naam Derrida niet tegen, in haar roman De jaren. Kan overigens zijn dat hij te laat is overleden. Of te laat bekend werd, zodat hij op afstand kwam te staan van Sartre en De Beauvoir, toch zo'n beetje de helden van Ernaux, zelfs toen De Beauvoir op tv kwam, wat voor Ernaux haar demasqué was. En wellicht niet alleen voor Ernaux zelf, want ze gebruikt niet de ik-vorm voor haar autobiografie.

Het is min of meer haar tijd, niet alleen haar individuele leven. Het is verknoopt met alles wat er gebeurt. En in veel van die gebeurtenissen zit de suggestie dat daarna alles nooit meer hetzelfde zal zijn, zegt ze. Auschwitz, de val van de muur, 11 september. Aan het eind blijkt dat het nog minder ik is: 'Sauver quelque chose du temps où l'on sera plus jamais'. Iets redden van de tijd waarin men er nooit meer zal zijn.

Ernaux ontpopt zich hier als de redster, de gever van het cadeau. En als we aannemen dat zij de tijd op haar beurt heeft gekregen, is ze inderdaad degene die het cadeautje doorgeeft. Dat drukt ze uit met het afzien van de ik-vorm. De vraag rijst nu wel of dit cadeautje wel speciaal voor mij is. Ik ga nu ook denken dat het boek niet bestemd was voor mij. En dat terwijl ik me bij veel gebeurtenissen die Ernaux laat passeren betrokken voelde.

Bij Sartre dacht ik zelfs: het is ook mijn tijd, speciaal mijn tijd. Ik heb het boek van Ernaux speciaal in het Frans gelezen omdat niet iedereen dat doet, en ik me weer verbonden voelde met mijn 17-jarige ik, toen ik Les chemins de la liberté las, van Sartre, die zijn personages ook inbedt in de wereldgebeurtenissen. Deel 2 van deze trilogie, Le sursis, gaat over het uitstel van de oorlog, toen de regeringsleiders naar München gingen voor de handtekening van Hitler en die kregen. De verteller skipt voortdurend, net als Ernaux, van de individuen naar de grote wereldgebeurtenissen, van Parijs naar München en elders. Je bent nergens, je bent overal.

We zitten opnieuw in zo'n sursis, het is maar de vraag of de tijd van toen echt de tijd van toen was. We moeten nog eens goed nadenken over dat woord temps. Een aanwijzing voor verrassingen vond ik in de uitdrukking temps mort die ik bij Ernaux tegenkwam. Vrouwen moeten zoveel doen, overal, en na De Beauvoir moeten ze zich ook nog eens wijden aan de politieke strijd, dat er geen temps mort meer overblijft. Zo kun je dit boek ook lezen, als een laatste arbeid waarin alle arbeid samengebald ligt om daarna eindelijk temps mort te hebben. En dus daarop te preluderen door als ik te verdwijnen uit je autobiografie.

De titel van dit boek luidt niet Temps mort, en ook niet Le sursis, hoewel daar ook iets voor te zeggen was geweest, een chef d'oeuvre om het hele oeuvre te voorzien van een daverend akkoord, waarin blijkt, zoals bijvoorbeeld bij Beethoven of Schubert, dat je eindelijk bent waar je altijd wezen wilde, waar je wil blijven. Niet alleen omdat je vrede hebt met je dood, en daardoor met je leven, maar ook omdat je de tijden die na jou komen niet per se hoeft mee te maken. Uitstel.

Het boek heet Les années en herinnert daardoor aan de Romeinse traditie om de verhalen van Rome te boek te stellen. Het jaar zo en zo. Of zoals Geert Mak zijn programma's over zijn eeuw opende met 'we schrijven het jaar...' Het beroemdste jaarboek is Annales van Tacitus, dat hoofdzakelijk gaat over jaren waarin hij er zelf juist niet was, eindigend met de dood van Nero (Tacitus was toen drie of vier). De titel Annales is secundair, de primaire titel was Ab excessu divi Augusti, 'Vanaf het heengaan van de goddelijke Augustus'. Daar druipt de ironie al vanaf, die Augustus was alleen nog maar een voorproefje van alle waanzin van de volgende keizers.

Hoe dan ook, de verwijzing naar die Romeinse traditie onderstreept wat Ernaux in haar boek doet, ze schrijft vanaf het heengaan van - in dit geval - haarzelf, die laatste, hierboven geciteerde zin waar ze naartoe schrijft en wat haar vertrekpunt is. Ze kijkt terug met alle aantekeningen, foto's en herinneringen die ze nu nog heeft. Ze moet snel schrijven, want voor je het weet ben je er niet meer of verzwakt je geheugen. Snel nog iets redden. Maar ook de tijd zelf is zich gaan haasten. We zijn nergens meer, zoeven in sneltreinvaart langs onze dagen, contacten, programma's, titels.

De jaren was voor mij zo'n titel, of eigenlijk niet voor mij, iedereen had het al gelezen behalve ik. Zo'n boek dat je beste vrienden aan je tippen. Anton, echt iets voor jou! En wat dus iets zegt over iedereen, en wat je dan maar gaat lezen zodat je er niet mee blijft zitten. Welnu, laat ik dan ook maar in Romeinse stijl deze blog besluiten met weer zo'n ingesleten uitdrukking die meespeelde bij hun annale traditie: 'Waarvan akte'.

Simone de Beauvoir interview in English (1976)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een schijn van genade - The unlikely pilgrimage of Harold Fry

We hadden het over armoede, in de vorige blog van deze serie. Dat zit verpakt in de titel, Speciaal voor mij. Soms lijkt het of krijgen bel...