Bij mijn leesavonturen is leergierigheid in het spel, maar ook liefde. In mijn vorige blog over De toverberg domineerde de leergierigheid, ik probeerde mijn vrienden als mentoren in te zetten van wie ik iets kon leren. Maar nu ben ik weer verder in de roman. We liggen op onze bank, Inez en ik, er staat muziek op, en ik lees over Hans Castorp die zich opwerpt als beheerder van de grammofoon in het sanatorium, en verliefd wordt op de muziek, de muziek van de grammofoon.
Nu heb ik zelf een beladen verhouding tot de muziek. In het verleden speelde ik best veel orgel en piano, heb een half jaar conservatorium gevolgd, en probeerde me vervolgens daarvan los te maken. Tegelijk bleef ik me verplicht voelen tot de muziek, koos bij mijn studie theologie muziekwetenschap als bijvak. Een paar jaar geleden probeerde ik met behulp van weer een andere mentorachtige figuur, filosoof Agamben, opnieuw na te denken over mijn verhouding tot muziek, zie deze blogserie.
Thomas Mann dient zich aan als broeder in de strijd. Hij begrijpt van binnenuit hoe muziek ons kan meeslepen, betoveren, in slaap laat sukkelen en ons uiteindelijk meevoert naar de loopgraven. De toverberg is echt 'speciaal voor mij'. Tegelijk vertrouw ik Mann niet helemaal. Hij kan geweldig goed schrijven, die Nobelprijs heeft hij echt wel verdiend hoor. Maar als je hem vertrouwt is dat toch vooral omdat je je door hem laat meeslepen. Je laat je meeslepen door iemand die je vooral probeert te waarschuwen dat je je niet moet laten meeslepen.
Goed, dat had ik in mijn vorige blog ook al ontdekt. Nu ik verder lees, ik ben nu zo'n honderd bladzijden voor het einde, zie ik dat Mann probeert de toverkracht uit zijn verhaal enigszins te laten weglekken. De patiënten belanden in Stumpfsinn, ze raken verstrikt in hypes, postzegelverzamelen, patience, en dan komt het hoofdstuk over de grammofoon. Hans wil graag die grammofoon beheren en we volgen hem in zijn fatale verliefdheid op de muziek, waarin de dood en de oorlog zich al aankondigen. Maar kijk ook eens naar de anderen, hoe makkelijk ze hem de macht over de grammofoon laten grijpen, hoe onverschillig ze blijven. Hans is alleen met zijn grammofoon, wordt verliefd op de hele wereld via de muziek, en op de dood. Maar die andere patiënten zijn er ook gewoon, ze blijven in de marge, onzichtbaar haast.
Mentor Settembrini was al eerder weggedrukt. Hij probeerde Hans nog aan te spreken toen die verdiept was in zijn kaarten, en stuitte op politieke onverschilligheid. Zoiets kun je twee kanten op lezen. We identificeren ons graag met Hans, en zijn geneigd in zijn onverschilligheid antigif te zien tegen de krachten van de Bildung. Maar door de Bildung te concentreren in Settembrini blijft die een reservekracht die standhoudt, voorlopig. Oké, ik heb ook al gezien dat Settembrini ten onder zal gaan in negentiende eeuwse romantiek, een al te bekende duelscène. En ik ben het ook eens met mijn wikipedia-genius dat de sneeuwscène een afrekening is met de ideeën, Apollo legt het loodje tegen Dionysus. Daarop doordenkend zie ik dat Dionysus gesymboliseerd wordt door Mynheer Peeperkorn, die zojuist zelfmoord heeft gepleegd. Voor wat het waard is als je al zo zwaar ziek bent.
Maar toch. Als de ondergangsstemming heerst, kun je dingen soms scherp blijven zien, of nog scherper. Zeker achteraf, en Mann kan al terugkijken op de Eerste Wereldoorlog. Het is een soort herhaling van Herodotus, die ruim na de Perzische oorlogen via onderzoek en verhalen, zelfs via amusement, zocht naar de oorzaken van de oorlog. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Dit aloude motief, dat altijd verwijst naar de hubris, is niet in strijd met het vertellen. De verteller schuift de dood voor zich uit door te blijven vertellen. Zolang er verteld wordt, kun je van de wereld blijven houden, zelfs van de wereld die ten onder is gegaan, vooral van die wereld zelfs.
Hoe dit kan... is De toverberg zelf geen staaltje hubris? Ja, het getuigt zeker van overmoed als je een beeld van de hele wereld construeert, omgezet in de tijd, de tijd die onbarmhartig voortschrijdt. Alsof je boven de tijd staat, net als de patiënten van het sanatorium. Misschien maakt het wel uit of die overmoed voortkomt uit liefde. Mann vertelt met liefde, voor zijn hoofdpersoon, voor de wereld die hij bespot, en vertelt over de liefde. Liefde is meer dan de tijd het hoofdthema van De toverberg. Het hoofdstuk over de grammofoon is een episode in de ontplooiing van dit thema, het is de herneming van het nietzscheaanse thema van de val van Wagner. Wagner verknoopte liefde zozeer met de dood dat ze ononderscheidbaar werden. Hans laat zich daardoor betoveren, opslokken.
Maar Wagner is tegelijk de afwezige in het grammofoonhoofdstuk. Het gaat over Offenbach, Rossini, Bizet, Schubert. Het is alsof de grote tovenaar wordt vernederd door hem niet eens op te voeren. In die zin is het niet de val van Wagner, de val van Wagner zou nog teveel Wagner zijn. Het is Schubert, de doodsromanticus van wie je onmogelijk niet kunt houden. Deze liefde kan niet worden verwoord, zegt Mann, in zijn kenmerkende stijl van de vrije indirecte rede, waardoor onhelder is wie aan het woord is, Mann of Hans, of Schubert, of nog weer iets of iemand anders.
In de laatste regels van dit hoofdstuk kiest Mann zoals altijd zijn woorden zorgvuldig. De grammofoon verleent ons de kracht om hele rijken te besturen en ten onder te laten gaan, de grammofoon symboliseert de ondergang doordat hij het lied van Schubert al bederft: 'Aber sein bester Sohn mochte doch derjenige sein, der in seiner Überwindung sein Leben verzehrte und starb, auf den Lippen das neue Wort der Liebe, das er noch nicht zu sprechen wußte. Es war so wert, dafür zu sterben, das Zauberlied! Aber wer dafür starb, der starb schon eigentlich nicht mehr dafür und war ein Held nur, weil er im Grunde schon für das Neue starb, das neue Wort der Liebe und der Zukunft in seinem Herzen - -
Das also waren Hans Castorps Vorzugsplatten.'
![]() |
Am Brunnen vor dem Tore - prentbriefkaart van Hans Baluschek |
mooi! Cor
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk, Anton, dat grote leesavontuur met de Toverberg. Laat je maar lekker meeslepen, wat kan jou ´t schelen!
BeantwoordenVerwijderen