Steeds weer één vriend

Vriendschap is iets moois, zeker als het een soort intimiteit is die zich zelfs vanuit de afstand bewijst. Ik zie dat aan Harry Kuster, die in zijn boeken steeds begaan is met die afstand. Hij zegt niets over zichzelf in relatie tot zijn onderwerpen (zie ook vorige blog over Judith Hermann), maar in zijn mails geeft hij mij het gevoel dat ik de enige ben voor wie hij schrijft.

Ik was een keer gefrustreerd over mijn blogsituatie, waarin ik maar door een paar mensen word geviewd. Wees blij, reageerde Harry, ik schrijf eigenlijk maar voor één lezer. Waaruit ik concludeerde dat hij alleen voor mij schreef, speciaal voor mij.

Stel dat dit waar is, wat het niet is, het is ofwel een manier om dingen in de taal op de spits te drijven ofwel - eventueel in combinatie daarmee - een argument a fortiori: als het al de moeite waard is om voor slechts één lezer te schrijven, bijvoorbeeld jij, hoeveel te meer voor meer dan één. Met andere woorden, het gaat niet om jou, speciaal voor jou wil zeggen: speciaal voor de species, voor de hele menselijke soort, zoals Nietzsche deze aanduidde bij zijn Zarathoestra, fur allen und keinen. Anders gezegd: voor iedereen behalve voor jou.

In Harry's nieuwste boek gaat het over de middeleeuwse theoloog Anselmus, die op zijn manier bedreven was in die argumentatiefiguur a fortiori. Bij hem luidt de bekende formule 'wij geloven dat Gij (de Heer) het grootste zijt wat zich maar denken laat'. De formule is opgeschreven in het Latijn, met de kernwoorden id quo maius, bij Harry ingeklonken tot IQM.

Bij Harry valt te verwachten dat hij de filosofie en theologie paart aan de vriendschap. Dat is al jaren zijn thema, bij alle denkers die hij uitkiest. Wat zeg ik nou, alle denkers die hij uitkiest? Gaat het verlangen dan niet uit naar die Ene, die IQM? Jazeker, maar er is ook vriendschap, en het een staat niet los van het andere. Verlangen en vriendschap, ze hebben zeker met elkaar te maken. Hoe verschillend ze ook zijn.

God zou ik niet snel een vriend noemen. Ons verlangen gaat naar Hem uit, dat wel. En de filosofie, inclusief die van de vriendschap, willen we op Hem loslaten omdat ons verlangen naar Hem uitgaat: fides quaerens intellectum, het geloof dat ook nog graag wil begrijpen wat het gelooft, ook als dat eigenlijk niet kan.

Misschien helpt het wanneer we dat verlangen naar IQM in leven houden met vriendschappen die opkomen en voorbijgaan. Zo is er steeds weer één, steeds weer een vriend, elk jaar, één boekje van Harry, Thomas, Aristoteles, Aelred, Montaigne, en nu dus weer Anselmus. Een negatieve theologie. De vriend is wat omhelsd wordt en berouwd. De vriend is wat voorbijgaat en als zodanig beeld van de Allerhoogste.

Achter de vriend die Harry bespreekt staat een vriend die overleden is. Net als bij Anselmus zelf, die ook een vriend verliest (Osbern). Bij Harry gaat het om Peter Hendrix S.V.D. (1928-2015), in de opdracht getypeerd als 'vriend, priester en dichter', en in een voetnoot (p.14 n.25) ook nog als oudcollega.

Vriendschap heeft dus te maken met de ervaring van iets dat voorbijgaat. Daarin zie je de juiste balans van afstand en intimiteit, en realiseer je je dat achter de afstandelijkheid van Harry een grote ervaring van intimiteit schuilgaat.

Als vriend van Harry heb ik dat van het begin af aan gevoeld. Daarbij had ik het voorrecht hem slechts kort als collega te hebben (Harry was docent geschiedenis op onze school tot 2013, en ik ken hem dus alweer tien jaar als ex-collega), en steeds meer ingewijd in die speciale afstand die voor Harry kennelijk het teken is van intieme vriendschap.

Een vriendschap die zelfs strekt voorbij de dood. Denkend aan Peter Hendrix denk ik al aan een van ons, aan Harry of aan mezelf, wanneer een van ons beiden overleden zal zijn. We hoeven niet tot die tijd te wachten, nu al weten we dat er altijd iets of iemand zal zijn die voorbij onze begrenzingen leeft, al is het maar in ons verlangen.

IQM sluit zich aan bij het Quantum ecosysteem van Paris Region

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Klagen is aantrekkelijk - Opnieuw Harry Kuster over Alanus

Als mensen meer zorg voor taal hebben zullen ze elkaar beter begrijpen en verkleinen ze de kans op gewapende conflicten. Alleen al daarom wa...