Friet met ketchup in Milaan - L'ultima notte di Amore (film)

Ik werk om te leven, en niet andersom. Daarom ook heeft de vakantie een speciale betekenis voor mij. Hier heb ik voor gewerkt. Het is dus van het grootste belang om te niksen en me te vervelen. De wielerkoersen heb ik opgezet en half gevolgd. De sport heeft zich sowieso verdubbeld omdat er nu veel meer vrouwensport wordt uitgezonden. Je kunt zien dat ze daarboven (Hilversum) echt rekening met mij houden, speciaal voor mij.

Het is niet te voorkomen dat de dagen toch weer worden gevuld, een beetje, met afspraken. Alles is er speciaal voor mij, maar er is dus wel degelijk de druk om eruit te halen wat erin zit. Gisteren had ik zo'n dag dat er veel gebeurde. Een kleine opsomming: dochter Frederiek landde in Keulen en was onderweg naar ons. Ik twijfelde al dagen of ik de Russische filosoof Solovjov ging lezen en ben dat gaan doen. Ik had het plannetje voor een blog in de serie Voortborduren en twijfelde of ik dat zou uitvoeren. Dat alles moest razendsnel, want om 9 uur moest ik de deur uit om met vriend Maarten naar Alkmaar te reizen. Daar moesten we de vaste onderdelen van ons ritueel uitvoeren. Een nieuwe stad bezoeken, lunchen, rondwandelen, film bekijken, kerk bezoeken, de toren beklimmen, boekhandels bezoeken, avondeten en weer terug. Thuis was Frederiek er, en heb ik met haar en Inez half zitten kijken naar het programma over de pianobroers Jussen. Geen gemiddelde vakantiedag, geloof me, maar wel een met veel stof tot geblog.

Laat ik me beperken tot de film, een keuze van Maarten, op advies weer van een van zijn vrienden, L'ultima notte di Amore van regisseur Andrea Di Stefano. Ik zeg toch maar 'speciaal voor mij', en wel hierom. De film gaat over inspecteur Amore die bijna met pensioen gaat en op de laatste avond ineens wordt weggeroepen naar een crime scene. Ik herken mezelf wel in de werkende man die toeleeft naar zijn pensioen, rustig uitdrijven en beetje afbouwen. Ook bij mij loopt nu ineens alles anders door de ziekte van mijn naaste collega. Ik ga hierover niet in details treden, althans niet rechtstreeks, door deze formule heb ik het gevoel dat niet ik het verhaal vertel, maar dat mij het verhaal wordt verteld, onder andere door die film over het werk vlak voor het eind waarin alles anders loopt. Speciaal voor mij.

Het geeft aanleiding tot gepeins over egoïsme (speciaal voor mij), hedonisme (genieten van mijn cadeaus), liefde (de verhouding tot de vrouwen om me heen), vriendschap (de afspraken), allemaal zaken die ik zeker ook kan bespreken aan de hand van die tekst van die al genoemde Russische filosoof. Voeg daarbij dan meteen ook maar de oorlog, want die is met die Russen nooit ver weg. Ik bedoel maar, alles is verweven, het een kun je moeilijk bespreken zonder het ander. Ook met geliefden, vrienden en collega's is het niet altijd harmonieus, al gooien we zelf geen bommen op ziekenhuizen.

De film zoomt in op een grote stad. Het is moeilijk te zien welke. Wel past hij voor mij meteen bij de films van Sorrentino over steden, La grande bellezza over Rome en È stata la mano di Dio over Napels. Die laatste begint met een lang shot vanaf de zee waar je een blik hebt op de stad, parallel langs de woningen aan de zee. Ook in L'ultima notte van Di Stefano een lang openingsshot van een Italiaanse stad. Nu van bovenaf, glijdend naar het centrum, en als je geen zee ziet, geen Colosseum en geen heuvels, krijg je langzaam door dat het Milaan moet zijn, zeker als je het station ziet. De film eindigt met een dramatische scène op het plein voor de Dom en bij de beroemde galerij met de dure kledingzaken. De stad vormt dus de inclusie of ringstructuur, de individuele wederwaardigheden van Franco Amore vinden plaats tegen een achtergrond die misschien meer is dan een achtergrond.

Van onder anderen schrijver Veronesi heb ik van alles geleerd over façades in de Italiaanse cultuur. (Lees bijvoorbeeld deze blog.) Je kunt daar kritiek op hebben, maar we gaan niet voor niets naar een film, een Italiaanse nog wel, dus we kunnen blijkbaar ook wel genieten van die façades. Dat glijdende openingsshot voert ons naar een gebouw met ramen waardoor we een feestje zien, maar geleidelijk blijkt dat de mensen op dat feestje ook hun gezicht in de plooi moeten houden, en de een is daar beter in dan de ander. Wij als kijkers genieten bovendien omdat we steeds beter in staat zijn door die façades heen te kijken, wij zijn de ontmaskeraars.

Misschien is de hoofdtegenstelling van de film wel die tussen de gezichten van de Italianen en die van de Chinezen. De Italianen, vooral Viviana, de vrouw van de inspecteur, zijn erg virtuoos in het razendsnel schakelen tussen angst, zorg, hebzucht, en enorm blij met het feestje. De Chinezen in de film zijn misdadigers die hun gezicht Aziatisch in de plooi houden. Indien nodig toveren ze een zeer vriendelijke glimlach tevoorschijn. Kortom, ze kijken precies zoals wij denken dat Chinezen altijd kijken. Op hun manier zijn ze dus bedreven in façades. Die tegenstelling is een niveautje dieper geen echte tegenstelling omdat ze eerder verwijst naar wat de oude bewoners van Milaan delen met de nieuwkomers, de beheersing van hun gezichtsuitdrukking die past bij de architectuur en de stad.

Misschien identificeren we ons zozeer met inspecteur Amore dat we - min of meer in het spoor van Oedipous - moeten denken aan liefde, die ons eerder brengt bij transparantie dan bij verberging. De façades moeten het opnemen tegen de almachtige blik van de camera. Die had meteen zijn macht al getoond in dat openingsshot, alles is bij voorbaat al ingepakt in die grote stad en alles wordt bij voorbaat opengelegd door die camera. We kijken recht in het hart van de inspecteur, daarvoor hoef je zelf echt geen inspecteur te zijn, en onze identificatie met de inspecteur krijgt daardoor iets ridicuuls. Maar wie zijn wij dan, als we niet deze menselijke al te menselijke held zijn? Zijn we soms zijn vrouw, of wie weet zelfs die Chinezen? De camera kan zomaar alle kanten op zwenken, en we weten dat wij het zijn die de camera in zekere zin besturen. Wij zijn het die naar deze film waren gekomen, die zo van Italië houden etcetera, wij zijn al die geruststellende clichés die ineens iets anders kunnen zijn.

Mijn formule 'speciaal voor mij' draait nu om tot een parodie. Wie is die adressant van de film, wie heeft hem naar mij gestuurd, naar 'mij'? Ik zoek houvast in mijn herinnering. Met Inez en de nog kleine kinderen ging ik op vakantie naar de Italiaanse Riviera, via vliegveld Bergamo met de bus naar Milaan, daar overnachten en daarna verder met de trein. Het kaartje klopte niet helemaal. Ik stond met de kleine Frederiek in een gloeiend hete stationshal, anderhalf uur in de rij. Toen kwamen we bij een piepklein loketraampje met een oude vrouw erachter die alleen Italiaans sprak. Ze kon ons echt niet helpen. We gingen daarna maar gewoon pizza eten, en verbaasden ons erover dat de zaak gerund werd door Chinezen. Bij de frieten voor de kinderen kregen we Heinz ketchup, volgens het verpakkinkje afkomstig uit Elst, zeg maar thuis.

Zo ongeveer moeten die Chinezen zich gevoeld hebben toen ze kwamen wonen in Milaan. Ze moesten niet alleen kennismaken met de façades, ook met de kleine dingetjes erachter, de ontoegankelijkheden, de herkenningspunten en aansluiten met wat ze gemeenschappelijk hadden. Misschien bieden die Chinezen ons een nieuwe kans om contact te leggen met die Italianen, die van daar en de Italianen in onszelf. Nadat Scorsese dat voor elkaar kreeg via de Amerikanen, kunnen we nu de camera al een beetje zwenken naar de Italiaanse Chinezen, de migranten die ze willen weren maar o zo hard nodig hebben.

China haalt inwoners terug uit Italië wegens coronavirus – Wel.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Klagen is aantrekkelijk - Opnieuw Harry Kuster over Alanus

Als mensen meer zorg voor taal hebben zullen ze elkaar beter begrijpen en verkleinen ze de kans op gewapende conflicten. Alleen al daarom wa...